In dit werk is de waarneming van de kleuren aan de hemel het belangrijkste vertrekpunt van mijn observatie van het weer. Zeven dagen lang legde ik de kleuren vast op het moment van de zonsopkomst, het moment waarop de zon op haar hoogst staat en bij de zonsondergang.

Deze observaties zijn opgevat als een reeks portretten. Elk portret bestaat uit 18 stroken waarvan elk ‘opname-moment’ 6 stroken telt. Het vertrekpunt was een fotografische opname. De foto’s werden telkens in 6 secties opgedeeld, met vakken van 1 cm. Op deze manier kon ik de hoofdkleur in elk vakje bepalen en zo eigenhandig mengen met verf.

Het werk bestaat uit 7 portretten, die elk de impressie van een dag voorstellen. De gekleurde vakjes representeren de kleuren van de lucht. Om die kwalitatieve data te linken aan de kwantitatieve data is er een tentoonstellingscatalogus die alle weermetingen bevat. De hoogte van de stokjes geeft aan hoe warm het op dat moment was, dit verschilt van dag tot dag. Op deze manier werd de kwalitatieve data met de kwantitatieve data in het werk verbonden.