Mieke van der Gulik's profile

Architectuur beschouwing

Architectuur Beschouwing
Voor de presentatie van Architectuur Beschouwing heb ik samen met een medestudent twee projecten geanalyseerd die een voorbeeld waren voor deconstructie. Het ging om het Jodenmuseum in Berlijn en Parc de la vilette in Parijs, waarbij ik de laatste heb onderzocht. Hieronder is een korte samenvatting te vinden van deze presentatie.
Parc de la Vilette is een park ontworpen door Bernard Tschumi in 1983 en staat in Parijs. Bernard Tschumi ontwierp dit park voor de internationale wedstrijd en zijn ontwerp was het winnende project uit 470 andere ontwerpen. Het park is 55 hectare groot. Het park ligt helemaal in het noord oosten van Parijs, ver weg van de bekendste bezienswaardigheden van de stad. Aan het park ligt een metrostation voor goede verbinding. In het park staan nog een paar gebouwen, zoals het wetenschaps- en technologie museum en verschillende muzieklocaties. Ook is hier de Grande Hall de la Vilette te vinden. Deze hal was vroeger een markt voor vee, ook wel de beestenmarkt genoemd. Dit is het enige overblijfsel van de slachthuizen. Het is nu een evenementen hal voor tentoonstellingen, beurzen en festivals. 
Het park is ontworpen naar Bernard Tschumi’s eigen theorie over architectuur, namelijk dat architectuur bestaat uit ruimtes, beweging en evenementen. Dit is weer gegeven in de drie verschillende lagen van het park, punten, lijnen en oppervlakten. Om deze theorie structuur te geven is er een grid geplaats. Dit zou flexibiliteit vergemakkelijken.

In het park zijn 10 thema parken gebouwd met 35 structuren verspreid over het hele park, die de architect follies noemt, te herkennen aan hun fel rode kleur. De follies zijn zo ontworpen dat het lijkt alsof ze onderdeel zijn van een groter geheel en letterlijk uit elkaar zijn getrokken en op een andere plek weer zijn opgebouwd. Het idee hiervan is dat de imperfectie en chaotische ontwerpen karakteristiek zouden zijn voor het park. Ondanks dat de follies zelf erg chaotisch over kunnen komen, vormen de follies samen een grote geheel, doordat ze zijn geplaatst op een grid. Dit zorgt er ook voor dat van elk punt in het park je een follie zou moeten kunnen zien. Dit zorgt ervoor dat grote ruimtes niet verloren gaan, maar dat de follies juist bijeenkomsten naar zich toe trekt als herkenningspunt.
Bernard Tschumi heeft de follies zo ontworpen dat er geen definitieve functies aanzitten, sommige zijn zelfs ontworpen met het idee dat het geen functie mag hebben. Sommige follies zijn gebouwen, andere zijn bruggen, informatiepunten of uitkijktoren. Wel heeft de architect, ook bij de follies die al een functie hadden, het vrij gelaten, omdat hij wilde dat men erin leefde en flexibel ermee om zou gaan. Het moest volledig vrij zijn van interpretatie. Zo zijn sommige structuren omgebouwd tot restaurants en informatiepunten.
De follies zijn een belangrijk onderdeel van de route in het park. Zij geven namelijk een structuur aan het park en helpen bezoekers zich te oriënteren. De twee grote wegen in het park geven ook een soort structuur, die niet te vinden is in de andere paden. Deze zijn volledig random geplaatst, kruizen elkaar en zorgen ervoor dat de bezoeker letterlijk tegen bepaalde locaties aanloopt, zonder dat als bestemming te hebben gehad.
Als eindopgave is een essay geschreven over het gebouw van de AKI in Enschede. Dit gebouw fascineerde me al enige tijd, omdat het gebouw origineel gebouwd was voor de textiel industrie en de restanten zijn hiervan nog te zien. Hieronder in de essay in zijn volledigheid toegevoegd m.u.v. de bronnenlijst.
Architectuur beschouwing
Published:

Architectuur beschouwing

Published:

Creative Fields